Het verhaal van c.c. Nog Net Op Tiet
Interview Sökske
C.C. Nog net op tiet
Het is december 1983. Er staan wat mensen bij elkaar in de kantine van De Treffers. Niet zo heel bijzonder, zult u denken. Maar toch wel! Want met de nodige biertjes achter de kiezen, werd het idee geboren om ook eens met de Groesbeekse carnavalsoptocht mee te doen. Snel nog even opgeven (de laatste dag). De man van de optocht zei: “Gillie ziet nog net op tiet”. En zo werd de naam van een van de weinige echte CarnavalsClubs geboren, c.c. Nog Net Op Tiet. Na heel wat avondjes klussen, is eindelijk de eerste carnavalswagen klaar. Nu is het 25 jaar later en hebben de mannen (en natuurlijk ook hun vrouwen en inmiddels kinderen) al heel wat meegemaakt. En daar wilden wij meer van weten.
We gingen op bezoek in hun nishut op het nishuttenterrein (CBL= Carnavals Bouw Locatie) aan de Heikantweg en hoorden het relaas van 25 jaar aan. Na het gesprek bij De Treffers moest er een bouwplek voor de eerste wagen gezocht worden. Deze werd uiteindelijk gemaakt tussen 2 stallen in, bij Kees van der Weide op de Wylerbaan. Kees werd ook bereid gevonden om onze chaffeur te zijn. Jong en onervaren storten de nieuwbakken carnavallisten zich in het bouwgeweld. Er werd besloten om een boksring te bouwen. Het was een koude winter en er waren heel wat hartversterkertjes nodig om de oortjes (en wat eraan vast zat) warm te houden. Gelukkig hadden ze een ‘keetje’ op de wagen gemaakt, waardoor men zich afwisselend even kon opwarmen tijdens de optocht. Er kon tussendoor ook wat alcohol getankt worden, maar er moest ook op tijd aan de bel getrokken worden om de bokspartij, die in de boksring plaatsvond, te stoppen. Hoe verder ze in de optocht kwamen, hoe moeilijker dit laatste werd. Het was maar goed dat Regillio niet meebokste anders was het vast niet zo goed afgelopen.
Het 2e jaar pakte de clab het al heel wat professioneler aan. Sesamstraat was het motto en ze hebben er toen echt iets moois van gemaakt. Samen met de dames werden de bekende Sesamstraatfiguren gemaakt. Aan het maken van de kostuums werd speciale aandacht gegeven. Vooral het Pino-pak kostte heel wat bloed, zweet en tranen. Het moest namelijk gemaakt worden van heeel veeel echte veren. Na de optocht konden de Nognetoptieters echter zeggen dat het het allemaal waard was geweest. In de optocht keken de kinderen hun ogen uit naar hun Sesamstraathelden en de eerste prijs werd binnengehaald. De pakken zijn daarna nog jaren lang verhuurd.
De daaropvolgende jaren waren echte topjaren. Met een grote groep mensen werden de mooiste wagen gebouwd (Boterberg, Gifkikker enz.) Zo was er bijvoorbeeld ook een thema rond de dierenambulance. Hierbij werd een complete voorstelling opgevoerd. Dieren op brommertjes reden voorop en kregen een ‘ongeluk’. Gelukkig was er dan de dierenambulance..., maar het mocht niet meer baten. De lijkwagen moest eraan te pas komen en het dier werd onder in de kist gelegd om afgevoerd te worden. Er zat alleen geen vaste bodem in de kist..., dus het dier bleef op de grond liggen terwijl de kist weggedragen werd!!! Hillariteit alom. Het dier stond op, ging weer vrolijk verder om een eindje verderop weer net zo snel van zijn brommertje te vallen. Het grote voordeel van een loopgroep is dan ook gelijk duidelijk. Je kunt iets uitbeelden en daarbij het publiek vermaken en erbij betrekken. De pakken en de kist kwamen later die carnaval nog goed van pas. Dat was namelijk het jaar (1989) dat de optocht in Beek niet door de Groesbekers bezocht werd. Door een vervoersprobleem mochten de wagens bij de grens niet verder en zijn uiteindelijk allemaal omgekeerd. In een lange stoet vooraf gegaan door de ‘pliesie’ (Mattes de Muus), daarachter de ‘lijkwagen’ met daarachter de dragers met de kist. In de kist zaten alle startnummers van Beek. De kist is in een lange stoet door het dorp gedragen en door de kistdragers officieel begraven bij Jan Hopman op de Horst.
10 jaar lang heeft ‘Nog Net op Tiet’ een dropping verzorgd. Dat hadden ze in Berg en Dal een keer meegemaakt en vonden het leuk om dat ook eens in Groesbeek te organiseren. Dat bleek gigantisch aan te slaan. Ieder jaar werd het groter en groter! Dat kwam voornamelijk omdat de sfeer lekker los was en gewoon gezellig. In het begin was het nog in de schuur bij Hans en Annie Giesbers. Wie herinnert zich niet dat als je een plaatje aan wilde vragen bij High Voltage (Discotheek van die tijd) dat je daarvoor een trapje naar de hooizolder op moest. Later zijn ze verhuisd naar de blokhut. De hoofdprijzen waren schalen met worst en kaas. Die werden dan ook gelijk door de winnaars onder de andere deelnemers verdeeld. Spontane optredens (van Theo Jacobs tot Monique van Zadelhoff), later met discotheek Push Inn, het was erg druk en erg gezellig. Daar deden ze het ook allemaal voor en zeker niet voor het geld. Alles wat aan de avond overbleef werd gestoken in het vrijwilligersfeest. Als je zo’n 300 man in het bos hebt lopen met alles eromheen heb je veel vrijwilligers nodig. Die werden allemaal bedankt middels een vrijwilligersfeest. En ook die feesten waren altijd een ware happening.
Op een gegeven moment moesten de manneen concluderen dat de verantwoording voor een dergelijk evenement te groot werd. Ze hadden ook geen zin om het uit te laten gaan als een nachtkaars. Toen was daar die moeilijke beslissing: met een traan in het oog en in het hart maar dan toch maar stoppen op het hoogtepunt. Tot op de dag van vandaag worden ze er nog op aangesproken. Oh, zijn dat niet die jongens van......
Na enkele jaren gebouwd te hebben (inmiddels bouwden ze bij Gerrit Lamers in het veld aan de Wylerbaan) kwam er een beetje verloop in hun ledenbestand. De ene had zijn huisje, de ander boompje en weer een ander een beestje. Na rijp beraad is toen besloten om te stoppen met bouwen. Daardoor is de groep wel een beetje uit elkaar gevallen. In de jaren negentig hebben Hans, Wim en Jos de naam hooggehouden, als trio hebben zij toch de nodige prijzen in de wacht gesleept. Daarna is de groep weer in wisselende samenstelling uitgegroeid.
Vanaf 1999 werd er weer met een loopgroep meegedaan met gelijk een hoogtepunt, de eerste prijs als loopgroep met de Groesbeekse Dorpsgezichten. Hierbij werd een relatie gelegd tussen de Groesbeekse scheldnamen en de centrumplannen. (dit idee zou nu nog steeds kunnen).
Nu zijn ze al weer een paar jaar met de huidige club bij elkaar en hebben een eigen nishut. Euhm, nou ja, eigen 2 nishutten. Ze hadden als een nishut maar die was niet zo groot. Toen ze een andere konden kopen hebben ze die er gewoon overheen gebouwd en de kleinere afgebroken. Een vaste stek van alle gemakken voorzien en een unieke verzamelplek van de heren.
De carnaval zelf is natuurlijk het grote feest. Met vrouwen en tegenwoordig ook steeds meer kinderen, op stap en dikke schik. Vrijdag het nummer ophalen in de tent en daarna naar De Treffers. Zaterdag met de kinderoptocht op de Horst meedoen. Klaar of niet, verf nog nat, teksten nog niet geplakt, de wagen rijdt mee. Het afgelopen jaar spande wel de kroon. Toen reed de wagen al weg terwijl er nog iemand met een boor en een verfborstel in de hand stond te kijken hoe de wagen wegreed. Maar wat verwacht je dan ook met zo’n naam. Gelukkig zijn ze nog nooit echt te laat gekomen, want dan moest er een nieuwe naam komen. Ze zijn er vaak dichtbij geweest, maar echt te laat was het nooit. Omdat ze dit jaar 25 jaar bestaan hebben ze ons plechtig beloofd om de wagen een week van te voren helemaal klaar te hebben. We wachten het af!!
Op zondag is er altijd tijd tekort. Er wordt traditioneel gestart met een goede bodem van “eigengemakte Atesoep” (erwtensoep). Na de optocht is het verzamelen bij het vaste tonnetje bij De Hoeve. Vaak is het dan nog wel de bedoeling om naar de tent te gaan, maar om de een of andere reden gaan ze meestal na wat lekkere frietjes van Domino op een redelijke tijd huiswaarts. Op maandag naar een of andere optocht. En op dinsdag natuurlijk naar “De Bruuk”.
Ook de Verlichte Halfvasten optocht wordt niet overgeslagen. Zatermiddag is het dan nog wel even hectisch om alle lampjes er in te krijgen. ’s Avonds is het weer groot feest in de optocht en bij De Linde. Dit wordt gezien als een prima afsluiter van een lange carnavalsperiode.
Buiten de carnaval om zijn ze ook vaak bij elkaar. Vroeger Groesbeek sportief en nu nog steeds de Groesbeekse kermis is vaste prik. De donderdag van de 4-daagse is een andere hoogtijdag in het Nognetoptiet-bestaan. Hun tent, in de wei op de Zevenheuvelenweg is tot Japan bekend. De ‘Oktoberfesten’ in Munchen hebben ze met z’n allen al heel wat keren bezocht. Dat is ook één groot feest. Het weekend is in de loop der jaren vaste prik geworden. Sommige zweren bij Munchen, andere hebben het daar inmiddels al weer gezien. De locatie wisselt de jaren dan ook wel, maar zolang de stadsnaam met een M begint is het goed. Een jaartje Mamsterdam en Malkenswaard moet dan ook zeker kunnen!! Door de goede en slechte tijden is er wel een hechte vriendengroep ontstaan.
In 2007 viert ‘c.c. Nog net op Tiet’ haar 25-jarig bestaan. Klein detail is nog wel dat hierover binnen de groep discussie bestaat. Tel je het jaar dat je opgericht bent nu wel of niet mee?? Ach ja, de tegenstanders hebben het min of meer opgegeven dus gaan ze dit jaar met z’n allen dit heugelijke feit vieren. Na een paar pilsjes of besjes telt dat jaart immers niet meer.
Leden door de jaren heen:
Jos Eikholt, Jan Wijers (de Haan), Wim Teunissen, Han Awater, Willy de Valk, Jos van Leur, Hans Giesbers, Henk Pouwels, Jan Pouwels hiermee begonnen. Later erbij gekomen, vanaf 1996 tot nu compleet. Peter Jacobs, Mira Jacobs, Richard Straatman, Laurens de Greeff, Hans Jansen (de Pruuk), Jan Kersten (van Lies) en de chauffeur Albert Janssen.
Huidige leden:
Jos Eikholt, Wim Teunissen, Jan de Haan, Peter Jacobs, Hans de Pruuk, Jan van Lies en Albert Janssen.
Namens c.c. Nog Net op Tiet wensen wij iedereen een knotsgekke carnaval toe.